RTHA: Geluidsgrenzen zeggen niet alles, blijkt uit onderzoek

Bewoners rondom Rotterdam The Hague Airport (RTHA) ervaren geluidsoverlast tot buiten de officiële geluidszones. Dat blijkt uit onderzoek van Joost Smits, uitgevoerd voor Vers Beton en RTV Lansingerland. Het onderzoek laat zien dat inwoners de luchthaven waarderen, maar dat het vertrouwen in de invloed van bewoners op beleid laag is.

De resultaten verschijnen op een moment dat RTHA een nieuw luchthavenbesluit heeft ingediend bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Dat besluit moet formeel vastleggen onder welke voorwaarden de luchthaven de komende jaren mag blijven opereren.

Geluid buiten de geluidszones
In het rapport “Liefst dichtbij, lastig nabij” onderzocht Joost Smits hoe bewoners van Lansingerland en de Noordrand Rotterdam (Hillegersberg, Schiebroek, Overschie) de luchthaven ervaren. Meer dan 4.000 mensen vulden een enquête in. Uit de gegevens blijkt onder meer dat de beleefde geluidshinder zich niet beperkt tot de zogeheten geluidscontouren (berekende lijnen die de geluidsbelasting aangeven).

In de video bij dit artikel zegt Smits: “In de beleving van bewoners ligt de geluidslijn verder dan op papier.” Het onderzoek toont aan dat ook bewoners net buiten deze contouren hinder rapporteren. In het rapport staat: “De grenzen van het gebied waar bewoners hinder ervaren komen niet overeen met de formele Lden-grenzen (RIVM).”

Lden (Level day-evening-night) is een Europese rekenmaat die het gemiddelde geluidsniveau over dag, avond en nacht uitdrukt. Smits merkt op dat de manier waarop Lden-uitkomsten worden vertaald naar oordelen over leefkwaliteit (bijvoorbeeld dat niveaus onder 45 dB als ‘goed’ gelden) de werkelijkheid niet altijd goed weerspiegelt.

Beperkt vertrouwen in invloed
Een tweede opvallende uitkomst uit het onderzoek is het lage vertrouwen in inspraak. Slechts 17 procent van de respondenten vindt dat de mening van bewoners invloed heeft op beslissingen over de toekomst van de luchthaven. Daartegenover zegt 37 procent van de deelnemers dat bewoners “geen invloed” hebben, en 46 procent antwoordt “misschien”.

Volgens Smits hangt dit samen met hoe mensen de informatievoorziening ervaren: “Direct omwonenden zeggen zich iets minder goed geïnformeerd te voelen over de toekomstplannen dan mensen die verder weg wonen,” staat in het rapport.

In de video licht Smits toe: “Juist mensen die dichtbij wonen, ervaren meer betrokkenheid, maar hebben minder vertrouwen dat hun mening meetelt.” Dit gebrek aan vertrouwen wordt in het onderzoek omschreven als een teken van “laag systeemvertrouwen”: een beperkte overtuiging dat beleid eerlijk en transparant tot stand komt.

Waardering blijft hoog
Tegelijkertijd blijkt uit het onderzoek dat veel mensen de luchthaven toch positief waarderen. Van alle ondervraagden is 67 procent positief of zeer positief over het bestaan van RTHA. In het onderzoeksgebied (de Noordrand van Rotterdam en Lansingerland) daalt dat tot 62 procent. In het rapport wordt geconcludeerd: “De luchthaven wordt over het algemeen gewaardeerd. Veel bewoners zien het als nuttige infrastructuur voor de regio.”

Die waardering gaat echter samen met kritiek op de overlast. Veel mensen vinden dat RTHA belangrijk is voor de stad en de regio, maar ervaren de hinder als te groot.

Opvallend is dat de waardering toeneemt naarmate mensen verder van de luchthaven wonen. Dat is ook in deze percentages te zien. Buiten het onderzoeksgebied zijn meer mensen enthousiast dan binnen onze regio. Daardoor lijkt het erop dat vooral mensen van verder weg profiteren van de luchthaven, terwijl deze regio met de overlast zit. Smits schrijft in zijn rapport dat “de perceptie van het maatschappelijk nut van de luchthaven verschilt per afstand tot de baan. Hoe dichter bij de luchthaven, hoe kritischer de houding,” blijkt uit zijn analyse.

Spanningsveld tussen doel en beleving
Uit het onderzoek blijkt ook dat bewoners verdeeld zijn over de rol van RTHA. De oorspronkelijke bedoeling was dat de luchthaven vooral een kleinschalige zakelijke functie zou houden, met ruimte voor hulpvluchten en beperkt commercieel verkeer. Smits schrijft: “Een belangrijk deel van de kritiek richt zich op de verhouding tussen zakelijke en toeristische vluchten.” Veel bewoners vinden dat het aandeel vakantievluchten te groot is geworden, omdat de overlast niet opweegt tegen de economische waarde.

Tegelijkertijd zien ze het gemak van dichtbij op vakantie kunnen als voordeel. In zijn rapport stelt Smits vast dat hier een structureel spanningsveld ligt: “Het gemak dat bewoners waarderen, hangt samen met het type vluchten dat juist voor meer geluid zorgt.”

Nieuw luchthavenbesluit belooft ‘minder hinder’
De aanvraag voor een nieuw luchthavenbesluit, dat kort na afronding van het onderzoek werd ingediend, belooft minder nachtvluchten, beperkingen aan de randen van de dag (07.00–09.00 en 21.00–23.00 uur) en op termijn alleen groei van elektrische of duurzaam aangedreven vluchten. Of en wanneer de aangekondigde maatregelen ook echt leiden tot minder geluidshinder, is nog onzeker. Rotterdam The Hague Airport heeft zelf geen vliegtuigen en produceert geen brandstof.

Lufthansa-topman Carsten Spohr zei vorige week tegen de Duitse radiozender Deutschlandfunk dat de grote Airbus-fabrieken in Toulouse en de grote Boeing-fabriek in Seattle geen vliegtuigen in productie of zelfs in de planning hebben, en dat de productie van duurzamere vliegtuigbrandstoffen veel langzamer toeneemt dan gewenst en veel te duur is.

RTHA-directeur Wilma van Dijk reageert: “Voor het luchthavenbesluit is het heel simpel. We evalueren vijf jaar na inwerkingtreding van het besluit. Als de hinder dan is afgenomen kan gekeken worden of beperkte ruimte is voor meer vluchten. En die zullen alleen op duurzame brandstof of elektrisch kunnen plaatsvinden. Als dat niet zo is, is er geen toename van vluchten.”

De beloften van Rotterdam The Hague Airport worden nader onderzocht in het vervolg van het journalistieke project dat RTV Lansingerland samen met Vers Beton uitvoert, waarin ook de beweringen van de actiegroep Bewoners Tegen Vliegtuigoverlast (BTV) aan bod Komen. Dit onderzoek is mede mogelijk gemaakt door de Provincie Zuid-Holland, in het kader van de kwaliteitsimpuls Zuid-Hollandse journalistiek.

Voor Lansingerland zijn de bevindingen direct relevant
Nieuwe woonwijken zoals Wilderszijde liggen buiten de formele geluidscontouren, maar binnen het gebied waar volgens het onderzoek nog veel mensen hinder ervaren.

Smits wijst erop dat deze uitkomsten belangrijk zijn voor ruimtelijke keuzes van gemeenten. In zijn rapport schrijft hij: “De beleving van geluid reikt verder dan de berekende grens. Bij toekomstige bouwplannen verdient het aanbeveling om ook die beleving mee te wegen.”

 

Het onderzoek werd mogelijk gemaakt door samenwerking van Vers Beton en RTV Lansingerland, met steun van de Provincie Zuid-Holland.