Wat vinden bewoners uit Lansingerland en noordelijk Rotterdam en omstreken van ‘hun’ luchthaven? Velen waarderen het vliegveld en zien de geluidsoverlast als een gegeven: “Je went eraan, ik hoor het geluid niet eens meer, het is mijn wekker.” In dit openingsartikel van een reeks over Rotterdam The Hague Airport lees je alles over de resultaten van onze uitgebreide enquête.
Teun van den Ende en Pieta Verhoeven
Vliegveld Zestienhoven, dat tegenwoordig Rotterdam The Hague Airport (RTHA) heet, opende in 1956. Rotterdammers die zich kunnen herinneren dat de polder Zestienhoven aan de noordrand van de stad nog maagdelijk groen was, zijn tegenwoordig al flink op leeftijd. Door de toegenomen verstedelijking en een groeiend aantal vluchten (in 2024 ging het om 56.554 vliegbewegingen volgens cijfers van Luchtverkeersleiding Nederland) horen de dagelijkse vliegtuiggeluiden er voor veel inwoners van de regio bij, tot ergernis van sommigen. Wie niet in de overlast woont, ervaart vooral het gemak van een luchthaven in de buurt: wel de lusten, niet de lasten.
Vers Beton onderzocht samen met de lokale omroep RTV Lansingerland hoe omwonenden van RTHA aankijken tegen de luchthaven, door middel van een online enquête en door steekproeven bij verschillende supermarkten rondom het vliegveld. In dit artikel presenteren we onze bevindingen.
Ons onderzoek
We concentreerden ons op de direct omwonenden van de luchthaven in de aangrenzende wijken aan de noordkant van Rotterdam – Hillegersberg, Schiebroek en Overschie, en de drie kernen van de gemeente Lansingerland, bestaande uit Berkel en Rodenrijs, Bergschenhoek en Bleiswijk. In elke wijk of kern in het onderzoeksgebied spraken we een ochtend bij een supermarkt omwonenden aan over de luchthaven, als een controle op de online enquête.
Met in totaal 4.126 respondenten werd de enquête boven verwachting vaak ingevuld. Twee derde van de respondenten komt uit de hierboven beschreven gebieden; een derde woont verder weg en/of aan de westkant onder de aanvliegroute (Schiedam, Vlaardingen). In het ontwerp hielden we rekening met respondenten die de enquête meer dan één keer invulden en dus de vragenlijst wilden ‘kapen’ – deze ‘dubbelingen’ zijn er naderhand uitgefilterd. Hoe we het precies aangepakt hebben, lees je in de verantwoording onder dit artikel.
Waardering
Wat vinden de ondervraagden van het vliegveld? De meesten spreken hun waardering uit: van alle respondenten, dus ook die buiten Lansingerland en de noordrand van Rotterdam, is zo’n 67 procent positief over de luchthaven. Daar staat tegenover dat 21 procent van de respondenten negatief is, en 12 procent neutraal.
In het onderzoeksgebied liggen de verhoudingen iets anders: daarbinnen is 62 procent positief en 24 procent negatief. Respondenten met een positieve en negatieve mening wonen door elkaar. Maar dat beeld wordt genuanceerder als je inzoomt op de wijk of buurt waar mensen wonen.
In de figuur hieronder is een kaart met positieve (groen) en negatieve (rood) waarderingen uit de enquête gecombineerd met een geluidzonering, gemeten in ‘Lden’. Lden (Level day-evening-night) is een Europese maat voor de geluidsbelasting door omgevingslawaai over een heel etmaal: hoe donkerder de kleur op de kaart, hoe slechter het akoestisch klimaat. Als je in een donkergekleurd gebied woont, zijn vliegtuiggeluiden dus beter te horen. Op de kaart is te zien dat hoe verder respondenten buiten de geluidscontouren wonen, hoe positiever ze RTHA waarderen. Terwijl bewoners die dichtbij de landingsbaan wonen vaker hinder van de vliegtuigen ervaren, en minder tevreden zijn.
Tekst gaat verder onder de foto.
Een projectie van de enqueteresultaten (groen: positieve waardering, rood: negatief) over de kaart met Lden-geluidslijnen. Bron kaart: Atlas Leefomgeving, gebaseerdop RIVM-data. Bewerking: Joost Smits
Onze enquête is niet de eerste keer dat Rotterdamse omwonenden naar de luchthaven wordt gevraagd. Ten opzichte van een eerdere enquête in 2016 in Hillegersberg-Schiebroek steeg de waardering voor RTHA met 5 procent, van 57 procent toen naar 62 procent nu. Maar de negatieve waarderingen stegen ook, van 19 procent in 2016 naar 24 procent nu. In Overschie werd in 2016-2017 ook gepeild: met 54 procent positief tegenover 21 procent negatief liggen de uitkomsten eveneens niet ver van onze resultaten af. Ten opzichte van eerdere enquêtes slinkt het aandeel ‘neutraal’: mensen zijn meer uitgesproken geworden.
Wakker gevlogen
“Als je moet vliegen en er is een vlucht vanaf RTHA, dan is dat logistiek plezierig”, schrijft een van de respondenten van onze enquête. “Maar als inwoner van Schiebroek-Noord is het bijzonder naar.” Dagelijkse geluidsoverlast weegt zwaarder dan af en toe een handige vlucht, concludeert de respondent.
Meerdere respondenten met negatieve gevoelens rondom RTHA geven geluidsoverlast als de belangrijkste reden. Naast geluidsoverlast zijn fijnstof, luchtvervuiling, kerosinelucht en milieuvervuiling veel genoemde bezwaren. De vroege ochtendvluchten worden veelvuldig genoemd: iedere dag vertrekken rond 7 uur een aantal vliegtuigen kort achter elkaar. Een andere inwoner van Schiebroek geeft aan al jarenlang niet goed te kunnen slapen. “Ook in huis is [het geluid] af en toe onhoudbaar, terwijl ik dubbel glas heb. Zelfs op zondag word ik altijd om 7 uur wakker.”
Naast de vroege ochtendvluchten van 7 uur vindt ook 2 procent van de vliegbewegingen plaats tussen 23.00 en 7.00, de zogenoemde nachtvluchten. Dat zijn 1.215 bewegingen per jaar, omgerekend zijn dat 3,3 nachtvluchten per dag. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stelt dat het jaargemiddelde geluidsbelasting in de nacht niet hoger mag zijn dan 40 decibel om slaapverstoring en ernstige geluidshinder te voorkomen.
Maar niet iedereen die bij de luchthaven in de buurt woont, ondervindt overlast. “Ik ervaar geen hinder. Ik hoor wel vliegtuigen, maar ik weet niet beter”, reageert een respondent uit Berkel en Rodenrijs. Daarnaast melden velen het belang van een vliegveld voor een grote (haven)stad als Rotterdam. Niet alleen op economisch of logistiek gebied, maar ook omdat veel vakantiegangers graag vanuit hun eigen stad de lucht in gaan.
Geluidshinder in kaart
Voor de inrichting van het landschap waar de geluidsoverlast plaatsvindt, is de geluidshinder op een kaart uitgebeeld. Dat gebied is niet statisch, maar verandert in de tijd. Zo vergrootte het RIVM de gekleurde ‘vlek’ rondom de luchthaven voor het laatst in 2022. De vraag dient zich dus aan of de buitenste, lichtgele rand van de geluidskaart wel zo ‘hard’ is als de kaart suggereert. Hebben mensen die er net buiten wonen opeens geen last meer van geluid?
Op basis van de enquêteresultaten zien we dat inwoners die vlak buiten de ‘vlek’ wonen over het algemeen meer hinder ervaren dan mensen die nog verder weg wonen. Toch zijn er ook net buiten de lichtgele rand van de vlek en zelfs kilometers daarbuiten respondenten die kritisch zijn over de luchthaven. Dit is relevant, omdat gemeenten zoals Lansingerland vergunningen afgeven voor nieuwbouwwoningen buiten de lichtgele geluidszone – maar dat wil nog niet zeggen dat bewoners in die gebieden de nabijheid van de luchthaven waarderen.
Herbestemming
Al sinds de jaren tachtig bestaat er een plan om van de luchthaven een woonwijk te maken. Sindsdien duiken er regelmatig alternatieve bestemmingen op voor het luchthaventerrein. Het landelijke partijprogramma van GroenLinks-PvdA zet in op sluiting van regionale luchthavens, waaronder RTHA, om ruimte vrij te spelen voor natuur en nieuwe woonwijken. De lijsttrekker van GroenLinks-PvdA Rotterdam, Jeroen Postma, zei onlangs in een interview in het AD. “Natuurlijk moet de luchthaven sluiten, het is een enorme kans voor de stad.”
Vorig jaar lanceerde de bewonersorganisatie BTV-Rotterdam samen met Urgenda, stedenbouwkundig ontwerpbureau Ziegler | Branderhorst en twee economen het plan ‘Ruim baan voor Rotterdam’. Daarin staat beargumenteerd dat een herbestemming economisch, maatschappelijk en voor het milieu wenselijk is. Met aanlokkelijke beelden met veel groen, water en 12.500 woningen, scholen en bedrijfsgebouwen oogstte het plan veel reacties. Toch kwam het in het Rotterdamse stadhuis niet op de agenda.
Met het oog op het idee om de luchthaven te vervangen vroegen wij aan omwonenden: “Wat zou u ervan vinden om het vliegveld RTHA te vervangen en een nieuwe bestemming te geven, zoals woningen, werkplekken of groen?” Van alle respondenten geeft 60 procent aan dat ze de luchthaven liever niet vervangen voor iets nieuws, terwijl 29 procent dat juist wel een goed idee vindt. Als we alleen binnen het onderzoeksgebied kijken, liggen de meningen over herbestemming dichter bij elkaar: daar is 53 procent tegenstander van het idee en 34 procent voorstander.
Waarom wil de meerderheid de luchthaven behouden? Velen wijzen op het gemak van een vliegveld in de buurt waar je minder lang in de rij staat ten opzichte van grotere luchthavens. Handig als je op vakantie gaat, geven sommige mensen aan. Onder de voorstanders leeft ook het idee dat RTHA voor de stad Rotterdam belangrijk is. De luchthaven heeft voor sommigen ook een nostalgische waarde. “Ik zal het missen als het wordt opgedoekt”, zegt een ondervraagde uit Hillegersberg.
Maar ook hier geldt: hoe dichter bij de zwaardere geluidzones, hoe liever omwonenden RTHA zien verdwijnen. Als de luchthaven blijft, zullen de geluidsoverlast en de overige nadelen voor het milieu (fijnstof, slechte luchtkwaliteit) niet afnemen, terwijl tegenstanders dat wel willen. Bovendien is er veel behoefte aan woningen in de regio. Sommigen vinden het luchthaventerrein daar een goede plek voor. Gezondheid, leefomgeving en rust zijn belangrijker dan een vliegveld in de buurt, vindt dit deel van de respondenten. Opvallend: slechts 18 procent van de respondenten vinkte ‘klimaat’ aan als argument om de luchthaven te sluiten.
Systeemvertrouwen
Tot slot: hoe kijken bewoners aan tegen de informatievoorziening over de toekomst van de luchthaven? Dat gaat bijvoorbeeld over plannen die de groei van het aantal passagiersmogelijk moeten maken. Je zou verwachten dat mensen die in de buurt van de luchthaven wonen zich daar beter over geïnformeerd voelen dan degenen die verder weg wonen, maar uit onze enquête blijkt het tegendeel. Gemiddeld zeggen direct omwonenden juist iets minder goed geïnformeerd te zijn over de toekomstplannen.
Om hier de vinger achter te krijgen, vroegen we: “Denkt u dat de mening van bewoners invloed heeft op beslissingen over de toekomst van RTHA?” Bijna de helft van alle respondenten, 46 procent, antwoordt “misschien”; 37 procent zegt “nee”. Een schamele 17 procent heeft wel vertrouwen dat de mening van bewoners ertoe doet. Net als bij de vraag over informatievoorziening geldt hier dat naarmate mensen dichter bij de luchthaven wonen, ze hun invloed op beslissingen lager inschatten.
Dat is opvallend, want deze groep is meer betrokken bij de luchthaven, bijvoorbeeld omdat ze vaker klagen over geluidsoverlast. Of er een direct verband is tussen de (beperkte) invloed die direct omwonenden ervaren op beslissingen over de toekomst van de luchthaven is niet aan te tonen. Wel is er al langere tijd sprake van wantrouwen over de rol van burgers in de belangenafweging als het over de luchthaven gaat. Zoals bijvoorbeeld in het voorjaar van 2022, toen de twee Rotterdamse bewonersvertegenwoordigers uit een overleggroep stapten omdat er volgens hen alleen maar over groei gepraat kon worden. Het overleg is inmiddels weer opgepakt, maar er is drie jaar na de commotie nog altijd niets bekend over de nieuwe geluidsnormen.
VERANTWOORDING
In juni en juli 2025 onderzochten RTV Lansingerland en Vers Beton hoe bewoners van Hillegersberg, Schiebroek, Overschie, Berkel en Rodenrijs, Bergschenhoek en Bleiswijk RTHA waardeerden. Joost Smits – onderzoeker bij onder andere de Stichting Politieke Academie – creëerde een enquête, opgezet als een geografisch verankerd (geo-located) onderzoek.
We riepen op om de online enquête in te vullen en deden steekproeven bij zes verschillende supermarkten om een onafhankelijke en controleerbare vergelijking te maken. Respondenten die hun postcode invulden werden meegenomen in de resultaten, hierdoor konden de antwoorden worden gekoppeld aan een woonlocatie. Omwille van de privacy verzamelden we géén e-mail- en IP-adressen. Dat betekent dat we eventuele meervoudige inzendingen niet via IP-adressen konden terugvinden. Maar: wie bewust meerdere keren invult (al dan niet met een script), varieert nauwelijks in zijn keuzes. Precies in deze tien gevallen hebben we ‘ontdubbeld’ en de dubbel ingevulde vragenlijsten verwijderd. De methodes, vragen, gemaakte keuzes en resultaten zijn toegelicht in het uitgebreide rapport geschreven door Joost Smits.
Dit onderzoek van Vers Beton en RTV Lansingerland is mede mogelijk gemaakt met steun van het mediafonds van de Provincie Zuid-Holland.