Bleiswijks tuinbouwbedrijf Bunnik Group houdt op te bestaan

Bunnik Group, bekend van de handelsnamen Bunnik Plants en Bunnik Creations, houdt op te bestaan. Het bedrijf uit Bleiswijk maakte woensdag bekend dat het de activiteiten de komende periode stapsgewijs afbouwt.

Bij de onderneming, die planten en decoratiematerialen levert, werken ongeveer 160 medewerkers. Volgens Bunnik Group is het ondanks eerdere maatregelen niet gelukt de verliezen terug te dringen. De onderneming kampte al jaren met tegenvallende verkoopresultaten, die na de coronaperiode verder verslechterden.

Initiatieven om kosten te besparen en marktaandeel te winnen met nieuwe plantensoorten bleken onvoldoende succesvol. Om een faillissement te voorkomen kiest het bedrijf daarom voor een gecontroleerde afbouw. Nieuwe orders worden niet meer aangenomen.
De laatste bestellingen worden naar verwachting medio 2026 geleverd. Per 31 december van dat jaar zal Bunnik Group grotendeels stoppen met de bedrijfsactiviteiten. Voor de werknemers is een sociaal plan opgesteld.

Het is niet het eerste tuinbouwbedrijf in Lansingerland dat de deuren sluit na de coronaperioide. Drie jaar geleden stopte ook Plantise, eerder onder de naam Leo Ammerlaan, destijds eveneens een grote speler in de sector.

Wethouder Leon Hoek vindt het “ontzettend triest” dat er een einde komt aan Bunnik Group. “In de eerste plaats voor alle betrokken medewerkers en de eigenaren. Lansingerland verliest hiermee één van de boegbeelden van de innovatieve glastuinbouw.” laat Hoek weten aan RTV Lansingerland. “Iedereen binnen de gemeente, en heel veel mensen daarbuiten, kennen Bunnik. Al tachtig jaar is het een écht familiebedrijf, waarvan Bunnik Group het grootste deel in onze gemeente huist. De derde generatie was heel gedreven en gepassioneerd bezig met tal van innovaties, zoals het duurzaam opkweken van meer dan 150 tropische planten. Dat heb ik eerder dit jaar met eigen ogen mogen zien. Het is een bijzonder bedrijf en ik wens iedereen heel veel sterkte toe met dit enorm droevige besluit.” aldus wethouder Hoek.