We stonden op het veld, liepen tussen de tentjes, aten een van de lekkerste hamburgers van de barbecue ooit. En we luisterden naar de verhalen, verhalen van gespannen maar vastberaden lopers. Als verslaggevers van RTV Lansingerland zijn we niet alleen toeschouwers, maar ook deelgenoot van de Roparun 2025. We leven mee, luisteren, noteren – en proberen recht te doen aan de sfeer die zich nergens anders laat vinden dan hier, op het grasveld en het asfalt van het racecircuit van Clastres.
Vrijdagavond 6 juni. In het Noord-Franse dorpje Clastres verandert een eenzaam racecircuit in de wijdse graanvelden van Noord-Frankrijk in een tijdelijke wereldstad van saamhorigheid. Het lijkt wel een bonte avond die is losgebarsten: tentjes schots en scheef, campers en opblaasfiguren, barbecues die overuren draaien. En daartussen de deelnemers – sommige zenuwachtig, anderen juist ontspannen.
“Ik heb mezelf een beetje gedrogeerd met bier en daarna gewoon gesnurkt,” grapt een teamlid. Iemand anders vertelt: “Ik had een goedkoop tentje gekocht dat lekte, dus om half drie ’s nachts moest ik vluchten.” Dit is geen luxe sportevent – dit ís Roparun. Vol karakter, ongemak maar bovenal verbondenheid.
Zaterdagochtend 7 juni. De zon klimt langzaam boven de bomen en voorzichtig doch gestaag komt het kampement weer tot leven. De geur van koffie mengt zich met die van mentos en gespannen verwachting in de lucht. Sportteams maken zich klaar voor vertrek. Maar niet voordat ene moment waarop alles samenkomt. Een jaarlijks ritueel dat geen enkele Roparunner snel zal vergeten.
‘Conquest of Paradise’ van Vangelis klinkt over het veld. Bij de startboog verzamelen zich tientallen teams: lopers, fietsers en begeleiders staan arm in arm met elkaar opgesteld, stil, verenigd in emotie. De bombastische tonen van het lied daveren over het terrein en gaan dwars door mens en ziel, Sommigen sluiten de ogen. Anderen kijken naar de lucht of drukken elkaars hand net iets steviger vast.
Voor even is er geen verschil meer tussen jong of oud, geoefend of debutant, vrijwilliger of deelnemer. Alleen verbondenheid. “Het is elke keer weer met een lach en een traan,” zegt een deelnemer zacht. Het kippenvel is collectief. Iedereen, iedere teamlid, ook wij denken aan iemand die ons ontvallen is aan “die rotziekte” zoals de Roparunners dat zeggen.
Om 12.00 uur vertrok team ‘Jatogniettan’. Een uur later volgt Team 112 Brandweer Rotterdam-Rijnmond. Wij volgen vooral deze teams op de route, omdat ze ook een sterke binding met Lansingerland hebben. Niet alleen met een camera op afstand, maar met onze voeten in het veld en tussen de mensen en bezwete lichamen. “We hebben er zin in,” roept een loper bij vertrek. “Dit wordt de mooiste Roparun ooit.”
Ook Stichting Roparun laat van zich horen. Directeur Lesly Wolters kondigt aan dat de organisatie de komende tien jaar álle wensambulances in Nederland zal financieren. Een toezegging van 7 miljoen euro – de grootste in de geschiedenis van de Roparun. “Niet alleen als organisatie, maar als hele Roparun-familie,” aldus Wolters.
Maar dat was pas het begin en de route? Die gaat verder, veel verder meer dan 500 kilometer. En wij zijn erbij als de teams in de nacht van zaterdag op zondag de legendarische Muur van Geraardsbergen beklimmen. Met hoofdlampen op, hesjes aan, kasseien onder de voeten en het zweet op het voorhoofd trotseren ze de steile helling. Langs de kant: vrijwilligers, supporters, een verdwaalde bewoner, stilte en toch ook aanmoediging. Het moet een magisch moment zijn, ergens halverwege uitputting en euforie.
De Roparun is geen race. Het is een reis.
Vol verhalen. Vol betekenis.
En wij zijn erbij – in de avond, in de ochtend maar ook ’s nachts en in de gesprekken ertussen.
Niet alleen maar om verslag te doen, maar vooral om te vertellen wat je alleen hier kunt voelen.