In het Pinksterweekend – van zaterdag 7 tot en met maandag 9 juni – vindt de Roparun weer plaats. Het evenement behelst een estafetteloop voor het goede doel van meer dan 500 kilometer ieder jaar gelopen door honderden teams met duizenden deelnemers. Dit jaar zijn er wederom twee routes: een Nederlandse en een Franse. Uit Lansingerland doen maar liefst drie teams mee. Zij zetten zich sportief en met hart en ziel in om geld op te halen voor palliatieve zorg voor mensen met kanker.
De Roparun is veel meer dan zomaar een hardloopevenement. Het is een emotionele en zware reis van meer dan 500 kilometer die draait om samen doorzetten, samen afzien, huilen maar ook lachen en heel veel saamhorigheid. “Iedereen heeft natuurlijk iemand die die verloren heeft aan die rotziekte.” zegt een van de deelnemers zichtbaar geraakt. “En dan denk je aan dat gelach omdat je het gehaald hebt. Geen gewonden, geen gekke dingen. We zijn over de finish gekomen.”
Voor Hans Luijmes, lid van het brandweerteam, is dit al de 23e deelname: “De saamhorigheid, het gezamenlijk afzien, het jezelf wegcijferen voor het teambelang – dat maakt het zo bijzonder. We doen het voor mensen die het veel slechter hebben dan wij. Dat is verslavend.”
Ook Peter van Mullem (alias Smulbeer), die al tien keer meedeed aan de Franse route, herinnert zich vooral de momenten na afloop. “Tijdens de coronaperiode, na afloop van een alternatieve editie, kwamen we in een tent terecht waar de mensen speciaal voor ons langer openbleven. Het was zo’n mooie afsluiter, daar kan geen eindfeest tegenop.”
De teamleden benadrukken keer op keer de kracht van het samen doen. Of het nu gaat om de zware kilometers door weer en wind, of om de praktische organisatie achter de schermen. Ton van der Burg, die voor de tweede keer mee gaat doen als chauffeur van de Vrienden van Berkel, vertelt: “De eerste keer werd ik een week van tevoren gevraagd. Ik dacht dat het één nacht zou zijn, maar het werden er twee. Zoveel indrukken komen op je af. Maar je gaat mee in de flow en voelt meteen de teamspirit.”
De rol van de chauffeurs is cruciaal. Zij zorgen ervoor dat de lopers en fietsers veilig en volgens schema op de juiste plekken worden afgezet. “Het is soms hectisch, je moet om de kilometer een goede plek vinden om te stoppen. Maar het is geweldig om te doen.”. Sowieso bestaat een Roparunteam uit heel veel leden met allemaal verschillende disciplines die allemaal nodig zijn. En al die verschillende mensen met verschillende taken moeten perfect op elkaar zijn ingesteld en ingeregeld. Een Roparunteam moet werken als een goed geoliede machine.
Voor de lopers is het evenement fysiek een flinke uitdaging. “In één weekend loop je zo’n zeventig kilometer.” legt Hans uit. “En dat vaak op glooiende wegen. Sinds kort zit zelfs de beruchte Muur van Geraardsbergen in het parcours.” Hij vervolgt lachend: “Vroeger trainde ik in de Heinenoordtunnel. Vier keer op en neer, dan had je de klim wel te pakken.”
Voor Ton is de Roparun veel meer dan een sportief evenement. Het is een missie uit het hart. “Ik doe mee omdat het doel me raakt: geld ophalen voor mensen die vechten tegen kanker,” zegt hij. “Iedereen kent wel iemand… en ik ook. Dan wil je iets terugdoen.”
Zijn motivatie komt ook voort uit iets heel persoonlijks. Zijn vrouw is ziek geweest. “Als je dat van dichtbij meemaakt, voel je je soms machteloos. Je ziet iemand van wie je houdt vechten, en je kunt zo weinig doen. Dan grijpt zo’n actie je enorm aan. Je wilt iets betekenen, ook al is het maar een klein steentje dat je bijdraagt.”
Toch gaat het voor Ton niet alleen om het verdriet. “Wat me ook raakt, is de enorme verbondenheid binnen het team. Iedereen doet dit met zijn hart. Je voelt dat je samen iets goeds doet. Dat geeft hoop.” Dat kan Peter alleen maar beamen. “De Roparun is de beloning voor een jaar lang acties voeren en geld inzamelen. Het weekend is de apotheose. Het is intens, emotioneel en het geeft zoveel voldoening. Samen huilen, samen lachen. En samen de finish halen.”
Bekijk hieronder het gesprek