De eerste twee participatieavonden over de voorgestelde opvanglocaties voor statushouders en asielzoekers in Lansingerland zijn achter de rug. Tijdens de bijeenkomsten kregen bewoners toelichting op vier voorgestelde locaties: aan de Maaiveldweg, Merenweg, Noordeindseweg en Jacob Marislaan. De gemeente had gekozen voor kleinschalige sessies per locatie, met telkens wisselende bewonersgroepen. RTV Lansingerland was aanwezig bij enkele groepsgesprekken.
Wat opviel: het ging er op zich aan tafel rustig aan toe, maar je voelt onderhuids dat het sentiment allesbehalve rustig is. Bewoners lieten zich overwegend kritisch uit over de locatiekeuze, het participatieproces en de mate van voorbereiding vanuit de gemeente. Vooral rondom de Jacob Marislaan is het ongenoegen groot.
“We hebben hier jarenlang 300 asielzoekers opgevangen zonder dat iemand er iets van merkte. Maar dat was achter het gemeentehuis. Nu komen ze opeens bij ons in de wijk. Dat is anders,” zei een van de bewoners. Het plan om aan de rand van Bergschenhoek, naast de Plantenhal en pal langs de hogesnelheidslijn (HSL), een langdurige opvanglocatie voor zo’n 150 asielzoekers te realiseren, stuit bij veel omwonenden op verzet. Niet alleen vanwege de locatie – omschreven als geïsoleerd, lawaaiig en slecht bereikbaar – maar ook vanwege zorgen over veiligheid, begeleiding en impact op de buurt.
De gemeente en het COA benadrukten tijdens de sessies dat het in de huidige opvang goed verloopt, dat er 24-uursbegeleiding aanwezig zal zijn op nieuwe locaties, en dat integratie en veiligheid serieuze aandacht krijgen. Volgens het COA wordt er gewerkt met dagbesteding, begeleiding door welzijnspartners zoals Humanitas, en is er sprake van samenwerking met politie en wijkagent. In de huidige opvang zijn volgens hen nauwelijks incidenten geweest. Toch bleken die toelichtingen voor veel bewoners onvoldoende om de zorgen weg te nemen. Vooral de snelheid van het proces, de volgens bewoners ronduit gebrekkige communicatie vooraf en het niet paraat hebben van concreet uitgewerkte veiligheidsmaatregelen werden bekritiseerd.
“Wie gaat er ingrijpen als er iets gebeurt buiten het terrein?” vroeg een bewoner zich hardop af. Een COA-medewerker antwoordde dat hun bevoegdheid ophoudt buiten de hekken van de opvang, en dat handhaving daar bij de gemeente en politie ligt. Dat antwoord stelde bewoners allerminst gerust en riep juist extra vragen en zorgen op over hoe toezicht en handhaving in de praktijk geregeld zullen zijn.
Ook de samenstelling van de beoogde bewonersgroep leidde tot vragen. “Waarom kiezen jullie niet voor gemengde samenstellingen of opvang voor gezinnen?” vroeg een bewoner. Het COA gaf aan afhankelijk te zijn van landelijke toewijzingen, maar dat gemengde samenstelling het uitgangspunt is, als dat mogelijk is.
De bijeenkomst over de Noordeindseweg – bedoeld voor de bouw van 40 tot 70 woningen voor statushouders – verliep eveneens gespannen. Hier uitten bewoners zorgen over verkeersveiligheid, parkeerruimte, waardedaling van woningen en de impact van alleenstaande bewoners op het sociale leven in de wijk. De geplande locatie ligt direct aan een woonbuurt en grenst aan recent heringerichte openbare ruimte, waar voorzieningen als een hondenspeelplek en speelveld waren beloofd. Volgens de gemeente is de locatie geschikt voor kleine sociale huurwoningen, die later ook gebruikt kunnen worden voor andere doelgroepen zoals jongeren of spoedzoekers.
Er werd tijdens deze sessie herhaaldelijk gevraagd naar het locatieonderzoek en de selectieprocedure. Waarom deze plek, en waarom is er niet gekozen voor integratie binnen bestaande woningbouwprojecten? Een bewoner stelde dat het “eigenlijk een aparte enclave wordt, in plaats van integratie”. De gemeente gaf aan dat het ging om locaties die op korte termijn beschikbaar zijn en in gemeentelijk eigendom verkeren, maar beloofde om verdere onderbouwing te delen.
De gekozen opzet van de avonden riep bij sommige bewoners eveneens vragen op. De gemeente koos voor drie afzonderlijke avonden, met elk drie sessierondes waarin bewoners in kleine groepen per locatie in gesprek gingen. In totaal kunnen daarmee maximaal zo’n 300 tot 400 bewoners op aanvraag participeren – terwijl nu al duidelijk is dat de maatschappelijke onrust en betrokkenheid een veelvoud daarvan is. Inwoners die niet meer konden afspreken geven aan het gevoel te hebben dat de gemeente het tanende gebrek aan draagkracht heeft onderschat.
Waar eerdere opvang van asielzoekers in Lansingerland relatief geruisloos werd geaccepteerd, lijkt het draagvlak voor uitbreiding nu niet zo vanzelfsprekend meer. De roep om transparantie, inspraak en tempoverlaging is luid. De gemeente benadrukt dat er nog niets definitief is besloten en dat alle inbreng wordt meegenomen in de verdere besluitvorming. Maar één ding is duidelijk: in de doorgaans rustige dorpskernen van Lansingerland is de stilte doorbroken en lijkt langzaam plaats te maken voor een roep om actie. Steeds meer bewoners geven aan niet langer stil te willen blijven en organiseren zich, digitaal maar ook fysiek, om hun zorgen te uiten. Waar eerdere opvanglocaties zonder veel bezwaar tot stand kwamen, lijkt het maatschappelijk draagvlak voor uitbreiding nu onder druk te staan. Voor het college is dit mogelijk een eerste signaal dat de situatie sinds die eerste opvangjaren is veranderd.