In Lansingerland is de vraag naar duurzame warmte hoog, vooral door de uitgebreide glastuinbouw die een stabiele en betrouwbare energiebron nodig heeft om te kunnen concurreren. Van de energietransitie is warmte het meest lastig duurzaam te maken. Geothermie, of aardwarmte, lijkt een veelbelovende oplossing vanwege de stabiele energie-output. Maar wat weten we eigenlijk over aardwarmte, en zijn de risico’s echt zo beheersbaar als ze lijken? Op een recente informatieavond spraken experts Nico Kuipers van IPS Geothermal en vergunningadviseur Victor Petri van Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) hierover, en gaven inzicht in de voordelen, uitdagingen en risico’s van deze jonge technologie.
Wat is aardwarmte en hoe werkt het?
Aardwarmte maakt gebruik van de warmte diep in de aarde. Het idee is simpel: heet water uit de ondergrond op 2 kilometer diepte wordt opgepompt, de warmte wordt gebruikt, en het afgekoelde water gaat weer terug de grond in. “Zie het als een radiator in een auto.” legt Nico Kuipers van IPS Geothermal uit. “Het opgepompte water warmt de kassen op en keert daarna afgekoeld terug naar de diepe ondergrond.” Deze techniek heet een “doublet”, waarbij er één buis is om het warme water op te pompen en een tweede om het afgekoelde water terug te sturen.
Waarom aardwarmte in Lansingerland?
De geografische ligging van Lansingerland maakt het bijzonder geschikt voor aardwarmte. Nico Kuipers legt uit: “Wij zien hier toch een hele bijzondere positie vanuit de gemeente met de glastuinbouw, zowel nationaal als internationaal. En gezien de potentie die in de ondergrond zit voor de warmte is dit gewoon echt een unieke combinatie om hier geothermie te gaan ontwikkelen.” Het aardwarmteproject Lansingerland II speelt hierop in en voorziet al honderden hectare aan glastuinbouw van warmte. Aardwarmte levert namelijk een stabiele en betrouwbare warmtebron, onafhankelijk van zon en wind.
Subsidies: wie betaalt de rekening?
Ondanks de voordelen heeft aardwarmte een groot nadeel: zonder subsidie kan deze technologie nog niet concurreren met goedkopere fossiele energiebronnen zoals aardgas. Kuipers is daarover duidelijk: “Momenteel kan het nog niet zonder subsidie. De nieuwste putten moeten voorlopig nog voor de hele levensduur met subsidie draaien. De SDE-subsidie zorgt ervoor dat het verschil tussen de kosten van geothermie en de gasprijs deels wordt opgevangen.” Omdat aardwarmte een van de duurdere duurzame energiebronnen blijft, betaalt de belastingbetaler dus een groot deel van deze kosten. Schaalvergroting en nieuwe technologieën moeten de kosten op termijn omlaag zullen brengen, maar voorlopig is deze subsidie nog essentieel om de glastuinbouw op een duurzame manier van warmte te voorzien.
Nog niet veel kennis: risico’s gebaseerd op modellen
Hoewel aardwarmte geldt als een veelbelovende techniek, is de kennis over de langetermijneffecten nog beperkt. De oudste aardwarmtebron in Nederland is nog geen vijftien jaar oud; de oudste installaties in Frankrijk dateren van zo’n zestig jaar geleden. De praktijkervaring is daarmee relatief jong, zeker op de schaal waarop de techniek zich nu ontwikkelt.
Volgens Viktor Petry van toezichthouder SodM worden de risico’s vooraf ingeschat aan de hand van computermodellen. Die modellen proberen te voorspellen wat er in de ondergrond gebeurt bij het winnen van warmte, bijvoorbeeld op het gebied van aardbevingen en bodemdaling. Petry licht toe: “Je maakt vooraf berekeningen waarbij je kijkt naar ondergrondse structuren en breuken. Daar maak je een model van en probeer je te voorspellen wat er gebeurt als je koud water aan het systeem toevoegt.” In het geval van Lansingerland tonen de modellen aan dat het risico op seismische activiteit verwaarloosbaar is.
Toch is die voorspelling niet hetzelfde als zekerheid. Petry erkent dat geothermie een jonge sector is en dat de voorspellende waarde van modellen beperkt blijft. “Al het modelleren wat je doet vooraf is nog vrij onzeker,” zegt hij. “Met metingen achteraf hopen wij het handvat te hebben om tijdig te kunnen ingrijpen als dat nodig is.”
SodM houdt daarom toezicht via metingen in het veld. Seismische activiteit wordt gemonitord via het meetnet van het KNMI. Bodemdaling wordt gevolgd aan de hand van een meetplan, en de druk in het systeem wordt gecontroleerd om schade aan de ondergrondse afsluitende lagen te voorkomen. De echte effecten van aardwarmtewinning worden dus pas zichtbaar nadat een installatie operationeel is.
Dat maakt de situatie in Lansingerland bijzonder: terwijl de techniek nog in ontwikkeling is, wordt hier al op relatief grote schaal “geëxperimenteerd”. Daarmee lijkt de gemeente in de praktijk de rol van een proeftuin te vervullen – een plek waar modellen worden getoetst aan de werkelijkheid, en waar praktijkervaring wordt opgedaan die elders nog ontbreekt.
Internationale voorbeelden, zoals Basel (Zwitserland) en Zuid-Korea, laten zien dat aardwarmte in uitzonderlijke gevallen kan leiden tot lichte bevingen met schade tot gevolg. In Nederland lijken de risico’s kleiner, maar ze zijn niet volledig uit te sluiten. Petry: “Onze modellen voorspellen dat de risico’s klein zijn, maar de praktijk moet dit nog bevestigen.”
Ook andere overheden, zoals waterschappen, benadrukken de noodzaak tot voorzichtigheid. Ze wijzen onder meer op het risico van verzilting of verstoring van grondwaterstanden. Daarnaast is nog onvoldoende bekend over de gevolgen van grootschalige uitputting van de warmwaterlaag in de diepe ondergrond — bijvoorbeeld wanneer die langdurig wordt vervangen door kouder water.
Gevaren van bijvangst: het gas in de ondergrond
Bij geothermie wordt water uit de diepe ondergrond gehaald en vervolgens teruggepompt, waardoor er normaal geen netto volumeverlies in de bodem plaatsvindt. Toch kunnen er situaties ontstaan waarin pockets met gas uit de ondergrond mee naar boven komen. Dit wordt gezien als “bijvangst” en levert voor een geothermie project een financieel voordeel op. Maar als er veel gas vrijkomt, kan er volume verloren gaan, wat alsnog tot bodemdaling kan leiden met mogelijke lichte bevingen tot gevolg. Dit risico blijft vooralsnog beperkt, maar monitoring is van belang. Het is cruciaal dat de druk in de ondergrond stabiel blijft, maar bij grotere hoeveelheden bijvangst kan de situatie veranderen.
Levensduur en cap op bronnen: geen oneindige energiebron
Een geothermiebron biedt geen onbeperkte energie. Hoewel het mogelijk is om tientallen jaren warmte te winnen, neemt de effectiviteit na verloop van tijd af. “Het is niet oneindig. De eerste geothermieput in Nederland, hier in Lansingerland, is in 2009 geboord en toen theoretisch berekend op een levensduur van dertig jaar. We weten het nog niet precies, maar in Frankrijk zijn bronnen die al zestig jaar draaien.” zegt Kuipers. Dit betekent dat we niet eindeloos uit dezelfde bron kunnen putten; op een gegeven moment is de warmtebron op of minder rendabel. Daarnaast kan er niet onbeperkt geboord worden in hetzelfde gebied. Elke nieuwe boring heeft invloed op de omliggende bronnen. Er kan dus niet ongelimiteerd naar aardwarmte worden geboord en gewonnen. Op een gegeven moment is een locatie of gebied verzadigd. Aardwarmte alleen is dus niet de oplossing voor het hele warmtevraagstuk.
Aardwarmte is een duurzaam alternatief met uitdagingen
Aardwarmte biedt Lansingerland een kans om op een duurzame manier in de lastige warmtevraag te voorzien, maar er zijn nog veel onzekerheden en afhankelijkheden. Het blijft een technologie in ontwikkeling, met risico’s die nog niet helemaal zijn uitgekristalliseerd en en een prijskaartje dat nog niet concurrerend is zonder subsidies. “Aardwarmte is een mooie duurzame bron,” zegt Kuipers, “maar warmte is een van de meest uitdagende energiecomponenten om duurzaam te maken.” Terwijl de lokale kassen profiteren van deze duurzame warmte, is de regio ook een testcase voor heel Nederland. “Lansingerland is een pionier op dit gebied,” zegt Petri. “Als we erin slagen om hier de kennis en modellen te verfijnen, dan kunnen we aardwarmte misschien door heel Nederland uitrollen.”