Nabestaanden fatale schuurbrand Berkel smeken de verdachten: ‘Geef openheid, vertel wat er is gebeurd’

9 augustus 2024
 

Het begint op 28 april 2024 met een schuurbrand aan de Noordeindseweg in Berkel en Rodenrijs. Tussen de puinhopen vindt de recherche een drugslab. De volgende dag blijkt het nog ernstiger: in een auto in de schuur ligt een dode man. Hij is overleden door de brand, maar is sprake van een ongeluk, of brandstichting? Tijdens de eerste zitting willen de verdachten er niets over zeggen.

In de rechtszaal in Rotterdam zitten de nabestaanden van het 20-jarige slachtoffer. Advocaat L’Homme verwoordt hun gevoelens. “Ze verkeren nog in een zwaar rouwproces. We zien geen openheid bij de verdachten, dat is voor hen onverteerbaar. Ze blijven met die vraag zitten: wat is er nou precies gebeurd?”

Ook de rechter doet een beroep op de twee mannen in het beklaagdenbankje. “Heeft u het zelf gezien?” De 29-jarige verdachte M.F. zegt: “Ik vind het heel verdrietig voor de familie, maar ik heb niets toe te voegen.” De 22-jarige Z.K. gebruikt dezelfde woorden. Geen duidelijkheid dus van hun kant.

‘Knullige manier’
Volgens het Openbaar Ministerie is het als volgt gegaan. In de schuur aan de Noordeindseweg was een drugslab, waar de beide verdachten en het later slachtoffer aan het werk waren op 28 april. Ze bellen een vierde persoon met de mededeling ‘Ojee, er is brand’. Deze vierde man zit ook vast als verdachte.

Het OM denkt niet dat de brand expres is aangestoken, wel dat het is ontstaan “doordat deze twee mensen op een knullige manier bezig waren.” In de schuur werden cocaïne en amfetamine bereid. Doordat de verdachten stomme fouten hebben gemaakt, zijn ze verantwoordelijk voor de brand en dus voor de dood van het slachtoffer, zegt het OM.

Achterstallig onderhoud
De twee advocaten van de mannen zien dat heel anders. “Uit het forensisch rapport blijkt dat er geen duidelijke oorzaak is van de brand”, zeggen ze. Er zijn drie opties: een ongeluk, een misdrijf, of suïcide. Die laatste optie leidt tot lichte beroering bij de nabestaanden.

Advocaat Altindag vult de variant ‘ongeluk’ verder in. De schuur grensde aan een woonhuis, dat ook door de brand is getroffen. In de woning zat de broer van de eigenaar van alle panden. Beide broers zouden een conflict hebben gehad over achterstallig onderhoud.

Altindag: “Er zou eerder brand zijn geweest, er is een melding bij de gemeente geweest. Misschien is lekkage wel de oorzaak van de fatale brand geweest.” De officier van justitie zegt veel moeite te hebben met dit scenario waarbij compleet andere mensen bij de zaak worden betrokken.

Verhaal gaat verder onder de foto.

Onrust over drugslabs
De advocaten vragen om hun cliënten voorlopig vrij te laten. Volgens hen is er geen bewijs dat zij schuldig zijn aan de brand, laat staan de fatale gevolgen. Het OM ziet dat anders. “Hun betrokkenheid staat als een paal boven water.”

De officier van justitie verwijst naar die andere fatale zaak eerder dit jaar, bij de Schammenkamp in Rotterdam. Daar kwamen bij een explosie in een drugslab drie mensen om het leven. “Er is enórm veel onrust in de samenleving over de drugslabs. De criminele wereld dringt binnen in de woonwijken.” Volgens het OM was het jonge slachtoffer in de leer bij de verdachten.

Risico’s voor lief genomen
De rechter hakt de knoop door: beide verdachten blijven in voorlopige hechtenis. “Het is een afschuwelijke zaak. Het is een lastig dossier. Er zijn heel veel dingen die we nog niet weten. Maar op dit moment zien wij voldoende bewijs dat u betrokken was bij de brandstichting, dat u risico’s voor lief heeft genomen.”

De volgende zitting is op 28 oktober. Het is nog niet duidelijk of het dan een inhoudelijke behandeling zal worden.

Dit verhaal is van mediapartner Rijnmond