Kwijlen, snotteren en hangende oren: blauwtongvirus velt Martins schapen

25 juli 2024
 

Het blauwtongvirus grijpt om zich heen en heeft ook de schapen getroffen van Martin Oosthoek uit Berkel en Rodenrijs. Meerdere dieren van de schapenhouder zijn ziek, zwak en misselijk. Twee zijn al aan de ziekte gestorven. “Er gaan nog wel wat schapen volgen”, vreest Martin.
Kwijlende bekken, snotneuzen en ontstoken poten. Eén ding is duidelijk: Martins schapen zien er niet gezond uit. Wat het blauwtongvirus nog meer met de dieren doet? “De oren horen een beetje omhoog te staan, een beetje nieuwgierig te zijn. Maar die hangen nu gewoon naar beneden. En ze hebben ook weinig eetlust”, vertelt hij.

Eerder dook het virus al op een andere plek in de regio op, in Bleskensgraaf in de Alblasserwaard. Drie weken geleden kwamen de eerste signalen van het virus ook al binnen bij Martin. Wat in eerste instantie onschuldig leek, liep uit op het blauwtongvirus.

Zwakte blijkt ziekte
1200 schapen heeft Martin, die op allerlei plekken in en rondom Rotterdam grazen. Drie weken geleden had Martin ze nog geschoren. Niet elk schaap was op dat moment even fit, merkte hij op. “Toen hebben we er al wat schapen uitgepikt. We dachten: die moeten we ontwormen en ze lopen gewoon iets achter.”
De alarmbellen begonnen te rinkelen toen de dieren verder achteruit gingen. “De vier ergste hebben we uit de weide gehaald en naar de stal gebracht”, vertelt hij. “Ze lopen inmiddels heel stram en je ziet kwijlende bekken.”

Of het ook echt het blauwtongvirus is? “Dit zijn de schapen waarvan we bloed hebben afgenomen”, zegt hij terwijl hij naar de vier zwakste viervoeters wijst. “Dan wordt gekeken of het echt het blauwtongvirus is. Maar de dierenarts die het bloed kwam tappen, zei al dat er eigenlijk geen twijfel over mogelijk is.” Voor Martin is het dus wel duidelijk: het is foute boel.
Lijdende dieren

Sommige dieren zien er uitgemergeld uit. “In augustus moeten ze aan het werk. Maar ze hebben niet de conditie die ze moeten hebben.” Het gaat Martin dan ook aan het hart dat hij zijn dieren ziet lijden. “Ze moeten volop in het vlees zitten. Zo zien ze er eigenlijk uit nadat ze twee maanden hebben gedekt (bevruchten, red.). En nu moeten ze nog beginnen en zien ze er al zo uit.”

Martin moet denken aan horrorverhalen die hij vorig jaar heeft gehoord van andere schapenhouders die het virus in hun kudde hadden. “Bij andere schapenhouders zag ik dat veertig procent van hun schapen doodging. Dus ja, ik ben weleens vrolijker geweest”, verzucht hij. “Dat vind ik gewoon eng.”

Verhaal gaat verder onder de foto.

Niets aan te doen
Martin geeft zijn zieke dieren pijnstillers, zodat ze in ieder geval wat eten en minder lijden. Maar veel meer kan hij niet doen, vertelt hij. “Als het er eenmaal is, gaat het door de kudde heen”, zegt hij.
Of de schade beperkt blijft als hij zijn zieke dieren afzondert? “Nee, totaal niet”, antwoordt hij stellig. “Het vliegje dat het virus verspreidt, vliegt overal rond en komt ook hier in de stal. Die komt overal. Het is een heel klein vliegje dat het virus bij zich draagt en als-ie een gezond schaap prikt, wordt dat dier ook ziek.”

Ook een goed vaccin lijkt er op dit moment niet te zijn tegen het virus. “Het vaccin werkt niet. Er is geen verschil tussen schapen die wel gevaccineerd en schapen die dat niet zijn”, zegt Martin. “Wij denken dat er nu weer een andere variant is dan vorig jaar.”

Minder schapen dood
Ondanks zijn zorgen, lijkt de nieuwe variant van het virus milder te zijn dan vorig jaar. “Er gaan iets minder schapen dood”, zegt hij. “En de symptomen vallen vergeleken met vorig jaar gelukkig mee.”
Martin verliest de moed dan ook niet. “Als je wat kon doen, had je het wel gedaan. Maar we kunnen niet meer dan afwachten”, zegt hij. “We hopen dat het uiteindelijk meevalt en de dieren zich er gewoon doorheen friemelen.”

 

Dit verhaal is van mediapartner Rijnmond