Opnieuw een grote brand in Bergschenhoek: “Het was mijn leven”

Dinsdag laat op de dag was hij nog in zijn garage om even een motor in elkaar te zetten voor een klant, want dat moest af. Begin van de avond ging Pascal uiteindelijk naar huis, niet wetende dat zijn bedrijfspand een paar uur later zou veranderen in een vlammenzee. Wat er gebeurd kan zijn, weet hij niet. Maar dat hij bijna alles kwijt is, dat staat vast.

“Het moet nog steeds een beetje landen”, verzucht Pascal de dag na de brand, terwijl hij een blik werpt op de afgebrande garage aan de Weg en Bos in Bergschenhoek. Hij werd dinsdagavond rond 22:30 uur gebeld door de politie met het nieuws. “Er was brand, hoorde ik. En dat ze het gecontroleerd zouden laten uitbranden.”

Pascal ging meteen naar zijn garage toe, om met eigen ogen te kunnen zien wat er gaande was. “Toen ik hier kwam, was er al niks meer van het pand over. Er waren toen al ontzettend veel mensen die er alles aan deden om nog spullen enigszins te redden.”

“Het was mijn leven”

Tegen de ochtend wordt pas echt duidelijk hoeveel schade de brand heeft aangericht. Pascal loopt door zijn garage, moedeloos, op zoek naar spullen die de brand hebben overleefd. Veel is het niet. “Er is nog een klein hoopje met spulletjes”, vertelt hij, wijzend naar een stapeltje verzamelde spullen. “Dat scheelt toch weer, dat ik dit niet opnieuw hoef te kopen. Ik probeer nu te redden wat er te redden valt.

Pascal runt al jaren een schadebedrijf in het pand dat hij deelt met twee andere bedrijven. “Ik zit hier linksvoor”, hij wist naar het pand. “Ik wil zeggen: tot het stukje daar, maar dat is nu volledig weg”. Het is kort stil. “Daar zitten nog twee andere bedrijven, die zijn ook helemaal verwoest.”

“Het was mijn leven, dit bedrijf”, gaat hij verder. “En het ging niet altijd goed in mijn leven, maar de afgelopen tijd wel. Alles liep zoals het moest lopen. Ik had het werk en de klanten. Ik heb heel persoonlijk contact met de klanten, je gaat hier niet heen om snel je auto te brengen en dan weer weg te gaan, we dronken altijd een bakkie koffie. Maar nu kan dat niet meer. Nu proberen we met z’n allen toch zo snel mogelijk weer aan de gang te gaan.”

De toekomst

Met ‘we’ doelt Pascal op de vele mensen die hem meteen te hulp zijn geschoten: helpen met opruimen, overgebleven spullen verzamelen, maar ook nadenken over de toekomst. “Ik kan niet in de buitenlucht gaan werken. Zeker niet met deze temperaturen, ik voel mijn tenen nu al niet meer”, Pascal lacht even. “Maar er hebben nu al mensen zich gemeld die mee willen denken over een geschikte nieuwe bedrijfsruimte.”

“In een ver verleden ben ik weleens een stoute jongen geweest. Ik heb het al lange tijd achter me gelaten, maar je neemt het toch mee. Ik zit nu in een nieuwe stad, nieuwe mensen, ik werkte er hard voor. En dan krijg je deze tegenslag. Ik zat hier nu niet op te wachten, maar waarschijnlijk komt er weer iets op mijn pad, daar hoop ik dan op. Alles gebeurt met een reden, probeer ik altijd te denken.”

Brood op de plank

Pascal heeft nu geen enkel inkomen, hij wil zo snel mogelijk een plek om zijn werk door te zetten, zodat er weer brood op de plank komt voor hem en zijn dochtertje.

Hoe de brand is ontstaan, weet Pascal niet. “Ik zit hier al jaren. Ik gebruik geen heaters of andere dingen die dat kunnen veroorzaken. Voordat ik wegga, loop ik altijd een rondje om alles te controleren.” Hij weet nog niet of de verzekering hem kan helpen, zegt hij wat sceptisch. “Ik heb er een hard hoofd in. Als je moet betalen, staan ze voor de deur, maar als ze moeten uitbetalen zijn ze niet thuis.”

Er is wel een kleine meevaller. In een aparte loods staat nog een aantal dure spullen. “Daar heb ik geluk mee gehad. Het glas is in die zin halfvol, maar ja… Misschien dat sommige spullen zwartgeblakerd zijn, maar dat ik er toch nog wat mee kan.”

Bron: Rijnmond