Han van der Horst schrijft wekelijks een column voor het radioprogramma “De Late Avond“. Deze week kijkt hij met weemoed terug naar zijn lager schooltijd.
Lieve mensen, ik wil vandaag beginnen met een felicitatie. In Januari is Sonja Smit begonnen als voorzitter van het College van Bestuur van Spectrum.
Dat is een stichting voor protestants christelijk primair onderwijs met acht scholen in de gemeente Lansingerland . Samen tellen ze ruim 2000 leerlingen. Eerst was zij vier jaar wethouder in de gemeente Midden-Delfland.
Bij Spectrum wordt de voorzitter van het College van Bestuur betaald in schaal B3. Het salaris van Sonja Smit kan variëren van €91.216 tot €108.606 bij een vast dienstverband. Moet zij het doen met een functiecontract dan varieert de beloning van €99.714 tot €118.724. Ter vergelijking: een leerkracht verdient maximaal een kleine 80.000 euro per jaar. Je begint met tegen de 36000.
Mevrouw Smit stuurt 200 personeelsleden aan. Dat is één betaalde kracht per tien leerlingen. Toch maak ik mij sterk dat de klassengrootte op de Spectrumscholen daar de weerspiegeling van is. Er moeten bij Spectrum een heleboel mensen andere dingen doen dan voor de klas staan. Dat zal best heel nuttig en belangrijk zijn werk zijn. Daar nieit van. Tegenwoordig kom je bijvoorbeeld niet ver zonder een specialist marketingcommunicatie. Nietwaar? Spectrum heeft er ook eentje.
Toch gaan mijn gedachten uit naar het verleden en mijn eigen jonge jaren. Het zal wel met de leeftijd te maken hebben.
Mijn lagere school was gevestigd in een gebouw uit de periode tussen de twee wereldoorlogen. Er waren acht lokalen en een grote collectieve plasgelegenheid want het was een katholieke jongensschool. Aan de achterkrant strekte zich een langgerekte speelplaats uit waarop wij voetbalden met een tennisbal. We hadden een filmzaal waar ook allerlei natuurkundige instrumenten en gedierte op sterk water stonden opgesteld. Film kregen we regelmatig maar die kasten bleven altijd op slot. Daar deden ze niets mee. In de lente van 1961 stond er ineens een mooie radio met druktoetsen en fm in het lokaal van hoofdbroeder Valerius. Toen de schoolfotograaf langs kwam liet hij zich met enkele leerlingen bij die radio fotograferen terwijl hij zelf breed lachend aan de knoppen draaide. Ik ben daar nog kwaad over want hij zette het toestel nooit aan. Voor ons geen schoolradio. Die foto was bedrog en framing zoals het tegenwoordig heet.
De klassen waren veel groter dan nu. Dat had te maken met het feit dat we babyboomertjes waren en dus met velen. Voor de kinderen, geboren in 1948, moesten zelfs twee klassen worden ingericht.
De school werd gerund door zeven leerkrachten, die elk één klas voor hun rekening namen. Hoofdbroeder Valerius incluis, die – uiteraard vonden wij – voor der zesde stond. We leerden goed lezen, schrijven en rekenen. Er werd kennis van aardrijkskunde en geschiedenis ingestampt. De gemeente maakte wekelijkse zwemlessen mogelijk. Eens in de week hadden wij gymnastiek. Elke dag begon met godsdienst. Jammer genoeg moesten wij bij zangles uitsluitend vervelende zijkliedjes instuderen zoals over de heilige Maria of een duizendpoot die zijn schoenen aan moest trekken. God betere het. Ik ga nog steeds niet naar de opera.
Aan het eind van de zesde klas deelde broeder Valerius getuigschriften s uit. We waren niet functioneel analfabeet zoals zoveel hedendaagse schoolverlaters. We wisten wie Michiel de Ruyter en Willem van Oranje waren. Ook konden we Wildervank of Roermond op de kaart moeiteloos aanwijzen. Het was ons ook duidelijk dat het geen gouden eeuw voor iedereen was. Immers, katholieken waren altijd de klos. We schreven onmiddellijk met twee ll-en omdat dit woord in dictees zo vaak werd gebruikt. En we kenden nauwkeurig het verschil tussen volmaakt en onvolmaakt berouw. Bovendien kenden we de omstandigheden waaronder we mochten en móesten liegen. Namelijk om de vervolgers van het katholieke geloof om de tuin te lijden. Wij waren stevig gewapend tegen de praktische uitdagingen van het dagelijkse leven.
Zeven man personeel. Totale toewijding aan het onderwijs. . Er zal best wel iemand voor de administratie zijn geweest maar die hebben we nooit gezien. Het was dan ook geen tijd van clusteren en samenvoegen en colleges van bestuur. De hoofdbroeder kon het alleen aan.
Zo was het vroeger. Ik wil hier verder geen conclusies aan verbinden maar het contrast is duidelijk. Hier is Judy Garland, weliswaar niet op het primair maar in de brugklas. Ze krijgt ook zo´n zangles als ik destijda. https://www.youtube.com/watch?v=EVwN1M2jZqw