Welke lering kunnen we trekken uit de voorlopige uitslagen van het grootschalig testen

Door Bart Jutte en Marc de Boer

25 januari 2021 – De eerste resultaten van het grootschalige corona-onderzoek komen binnen. Hoe ontwikkelde  de uitbraak van de Britse variant zich in Lansingerland, welke lessen kunnen worden getrokken en welke vragen staan nog open.

RTV Lansingerland sprak uitgebreid met twee deskundigen, Ewout Fanoy, arts infectieziektebestrijding van de GGD Rotterdam-Rijnmond en Maurice de Hond, sociaal geograaf die de Cornapandemie met een kritische blik volgt.

Volledige interviews met:

Ewout Fanoy van GGD Rotterdam-Rijnmond

Maurice de Hond

Uitbraak Basisschool Willibrord

Eind november begon de uitbraak van het coronavirus in de Willibrord-school in Berschenhoek. Enkele dagen voor de landelijke lockdown van 16 december werd de school gesloten. De GGD heeft daarop een eerste onderzoek uitgevoerd bij 750 leerlingen, docenten en huisgenoten. 10% van de positief geteste personen bleek besmet te zijn met het coronavirus. 30 van hen, ofwel 40%, bleken de Britse virusvariant B.1.1.7 te hebben. Ewout Fanoy van de GGD gaf aan dat 95% van deze groep te herleiden was tot de school.

Hoe het coronavirus zich in en rond de school heeft verspreid is nog niet duidelijk. Tussen klassen onderling zijn flinke verschillen. De zogenoemde attack-rate ligt gemiddeld tussen de 40% en 50%, maar er zijn uitschieters naar beneden en boven van 10% tot 70%.  De attack-rate geeft aan hoeveel personen in een groep het coronavirus oplopen in een bepaalde periode, gedeeld door het totaal aantal personen.

Het onderzoeksteam kan beter inzicht krijgen in de verspreiding in de school door sequentie-onderzoek. Daarbij wordt gekeken hoe het DNA van het virus er bij de verschillende besmetten uitziet om zo de volgorde van besmetting te bepalen. Dit gebeurt op basis van virusmutaties. Onderzoek naar het ventilatiesysteem in de school is nog niet verricht.

Duidelijk is volgens Fanoy dat de besmette basisschoolkinderen het virus hebben meegenomen naar de gezinnen waar het zich verder heeft verspreid. De Britse coronavariant bleek daarbij gemiddeld iets meer gezinsleden te hebben gesmet dan het traditionele virus. De aantallen waarop de verschillen zijn echter klein. Ook zijn alle bevinden gebaseerd op één uitbraak. Dit maakt het lastig om harde conclusies te trekken.

Uit afgenomen enquêtes is gebleken dat de kinderen mildere klachten hadden dan volwassenen. Ook hadden volwassen vaak meer verschillende klachten, zoals hoofdpijn en koorts.

Tweede Testronde

De eerste bevindingen maakten duidelijk dat infecties met de Britse variant ook bij een tweede school opdoken, basisschool De Acker. Deze school zit in hetzelfde gebouw als de Willibrordschool. Gevreesd werd dat ook nabijgelegen kinderdagverblijven geraakt zouden worden. De GGD heeft het testen daarop verbreed en nog eens 1000 personen getest. Hieruit kwamen 20 positief geteste personen naar voren, dus 2% van alle gevallen. 1 persoon had de Britse variant, dus 5% van het totaal aantal positief getesten. Deze getallen zijn aanzienlijk lager dan die van de eerste testronde.

Het nieuws over de uitbraak en de vele besmettingen is natuurlijk als een lopend vuurtje rondgegaan. De inschatting van Fanoy is dat inwoners voorzichtiger, waakzamer zijn geworden, wat een remmend effect heeft gehad op de verspreiding. De Hond beaamt dit, maar geeft aan dat hij dit als een landelijke trend ziet. Het in quarantaine gaan van de positief geteste personen heeft natuurlijk ook een remmend effect gehad.

Grootschalig Testen

De gemeentebrede coronatest begon 13 januari, zo’n anderhalve maand na de uitbraak in de Willibrord-school. Van de eind januari verwerkte 27.000 tests, blijkt 0,9% positief getest, in totaal 242 personen. Fanoy geeft aan dit overeenkomt met het landelijk beeld van 1%. “Het verschil is dat wij werkelijk meten”. En dat is voor het eerst op deze schaal in Nederland.

De verspreiding van de Britse variant (12% van alle besmettingen) ligt ook in lijn met de landelijke modellen die 10% aangeven. Fanoy: “Dat het in hoge mate verspreid zou zijn in Lansingerland, dat blijkt niet zo”. De Hond zag dit ook al terug in de cijfers: de ontwikkeling van het aantal getesten was niet anders dan in Nederland.

Het algemene coronabeeld in Lansingerland is duidelijk. Daarmee is een basis gelegd voor vergelijkingen, met andere plaatsen, maar ook met toekomstige metingen in de gemeente.

Fanoy geeft aan dat het heel erg wordt gewaardeerd als heel lokaal met testbussen en lokale testplekken wordt gewerkt. Dat is iets om mee te nemen naar de toekomst. Elk gebied is wel anders qua bevolking en dat vraag een aanpak op maat, bijvoorbeeld qua communicatie.

Consequenties Beleid

Wat de metingen in Lansingerland voor gevolgen hebben voor het coronabeleid is volgens Fanoy meer iets voor het MC Erasmus waarmee de GGD samenwerkt bij het onderzoek. Het lijntje loopt via Marion Koopmans naar het OMT in Den Haag. De eerste resultaten uit Lansingerland zijn daar al gedeeld.

Maurice de Hond trekt een paar conclusies uit het onderzoek. Over het de verspreiding van de Britse variant: “Dat onder de oppervlakte er iets heel snels kan gebeuren waardoor wij totaal overvallen worden door een grote stijging van besmettingen en ziekenhuisopnames, dat lijkt niet het geval te zijn. Dat zou wellicht op langere termijn kunnen, maar is niet iets dan in een week of twee ineens kan gebeuren.” Dat is op een bepaalde manier geruststellend, geeft hij aan.

De Hond geeft verder aan dat internationaal al langer aanwijzingen bestaan dat kinderen op een basisschool besmet kunnen worden. Hij noemt scholen de grote lekkage in onze manier van optreden, het gat in de dijk. Een stringenter beleid is hier nodig volgens hem. Hij denkt aan ventilatie en protocollen waarbij je niet teveel kinderen tegelijk en te lang in ruimtes houdt, waardoor ze besmet raken.

Dit artikel wordt bijgewerkt als nieuwe resultaten bekend worden